meevraagde
- Geluid: meevraagde (hulp, bestand)
- mee·vraag·de
vervoeging van |
---|
meevragen |
meevraagde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van meevragen
- ... dat ik meevraagde.
- ... dat jij meevraagde.
- ... dat hij, zij, het meevraagde.
- ... dat ik meevraagde.
- Het woord meevraagde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.