meevierden
- Geluid: meevierden (hulp, bestand)
- mee·vier·den
vervoeging van |
---|
meevieren |
meevierden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van meevieren
- ...dat wij meevierden.
- ...dat jullie meevierden.
- ...dat zij meevierden.
- ...dat wij meevierden.
- Het woord meevierden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.