Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • meet·ba·re

Bijvoeglijk naamwoord

meetbare

  1. verbogen vorm van de stellende trap van meetbaar
     Ik zocht naar een manier om mijn nieuw verworven houding thuis vast te houden en bedacht vijf doelen met concrete, meetbare doelstellingen.[1]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers