• meen
vervoeging van
menen

meen

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van menen
    • Ik meen. 
  2. gebiedende wijs van menen
    • Meen! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van menen
    • Meen je? 


vervoeging van
mear

meen

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van mear
  2. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van mear