• mee·loot
vervoeging van
meeloten

meeloot

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meeloten
    • ... dat ik meeloot. 
  2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meeloten
    • ... dat jij meeloot. 
  3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meeloten
    • ... dat hij meeloot.