• mee·le·zers

de meelezersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord meelezer
    • Voor alle meelezers geldt dat ik onbeschaamd jullie praktijkvoorbeelden heb gebruikt en ze een plek heb gegeven in mijn boek. Ook daarvoor veel dank![1] 
  1. K. de Galan, Trainen: een praktijkgids, 2003, p. 279