• mee·doe
vervoeging van
meedoen

meedoe

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meedoen
    • ... dat ik meedoe. 
vervoeging van
meedoen

meedoe

  1. (in een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van meedoen
    • ... dat men meedoe.