• meed
vervoeging van
mijden

meed

  1. enkelvoud verleden tijd van mijden
    • Ik meed. 
    • Jij meed. 
    • Hij, zij, het meed. 
54 % van de Nederlanders;
43 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be