materialiseert
- ma·te·ri·a·li·seert
vervoeging van |
---|
materialiseren |
materialiseert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van materialiseren
- Jij materialiseert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van materialiseren
- Hij materialiseert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van materialiseren
- Materialiseert!
- Het woord materialiseert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.