Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /marɔtskɪ/
Woordafbreking
  • ma·roc·ky
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het bijvoeglijke naamwoord marocký met het achtervoegsel -y

Bijwoord

marocky

  1. (demoniem) Marokkaans; met betrekking tot het land Marokko
  2. (demoniem) (op z'n) Marokkaans; met betrekking tot het volk Marokkanen
Verwante begrippen