manoeuvreert
- ma·noeu·vreert
vervoeging van |
---|
manoeuvreren |
manoeuvreert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van manoeuvreren
- Jij manoeuvreert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van manoeuvreren
- Hij manoeuvreert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van manoeuvreren
- Manoeuvreert!
- Het woord manoeuvreert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.