Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lus·tra

Zelfstandig naamwoord

de lustramv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord lustrum


Frans

Werkwoord

vervoeging van
lustrer

lustra

  1. derde persoon enkelvoud verleden tijd (passé simple) van lustrer


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
lustrar

lustra

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van lustrar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van lustrar