• lus·tra

de lustramv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord lustrum


vervoeging van
lustrer

lustra

  1. derde persoon enkelvoud verleden tijd (passé simple) van lustrer


vervoeging van
lustrar

lustra

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van lustrar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van lustrar