lunchte
- lunch·te
vervoeging van |
---|
lunchen |
lunchte
- enkelvoud verleden tijd van lunchen
- Ik lunchte.
- Jij lunchte.
- Hij, zij, het lunchte.
- Ik lunchte.
- Het woord lunchte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
lunchen |
lunchte