Tsjechisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • lo·ví

Werkwoord

loví

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord lovit
  2. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord lovit
Anagrammen