lluir
stamtijd | ||
---|---|---|
tegenw. tijd |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
lluo llueixo |
lluïa | lluït |
3e vervoeging | volledig |
lluir
- schijnen, licht uitstralen
- tot zijn recht komen
- succesvol zijn, een ster zijn
stamtijd | ||
---|---|---|
tegenw. tijd |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
lluo llueixo |
lluïa | lluït |
3e vervoeging | volledig |
lluir