leventje

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  leventje    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• le·ven·tje

Zelfstandig naamwoord

het leventje o

1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord leven

Gangbaarheid

• Het woord leventje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "leventje" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.