• le·pí

lepí

  1. nominatief bezield mannelijk meervoud van lepý
  2. vocatief bezield mannelijk meervoud van lepý

lepí

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord lepit
  2. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord lepit