leikið

  1. onbepaald (zonder lidwoord) nominatief onzijdig enkelvoud van leikinn

leikið

  1. onbepaald (zonder lidwoord) accusatief onzijdig enkelvoud van leikinn

leikið

  1. tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van leika

leikið

  1. tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs bedrijvende vorm van leika

leikið

  1. meervoud gebiedende wijs lijdende vorm van leika

leikið

  1. voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van leika