• leeg·spuit
vervoeging van
leegspuiten

leegspuit

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leegspuiten
    • ... dat ik leegspuit. 
  2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leegspuiten
    • ... dat jij leegspuit. 
  3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leegspuiten
    • ... dat hij leegspuit.