leegloopt
- leeg·loopt
vervoeging van |
---|
leeglopen |
leegloopt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leeglopen
- ... dat jij leegloopt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leeglopen
- ... dat hij leegloopt.
- Het woord leegloopt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.