• le·det

ledet

  1. voltooid deelwoord van lede


  • le·det

ledet

  1. verleden tijd van lede
  2. voltooid deelwoord van lede

ledet, o

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van led


  • le·det

ledet, o

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van led