Startpagina
Willekeurig
Aanmelden
Instellingen
Financieel bijdragen
Over WikiWoordenboek
Disclaimers
Zoeken
learn
Taal
Volgen
Bewerken
Engels
Uitspraak
Geluid
:
learn (US)
(
hulp
,
bestand
)
vervoeging
onbepaalde wijs
to
learn
he/she/it
learns
verleden tijd
learned
voltooid
deelwoord
learned
onvoltooid
deelwoord
learning
gebiedende wijs
learn
Werkwoord
learn
leren
«He
learned
Chinese.»
Hij
leerde
Chinees.
vernemen
«He
learned
that his wife had cancer.»
Hij
vernam
dat zijn vrouw kanker had.