lea

  1. taal, spraak

lea

  1. spreken, praten


vervoeging van
leer

lea

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van leer
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van leer
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van leer