lazerden
- la·zer·den
vervoeging van |
---|
lazeren |
lazerden
- meervoud verleden tijd van lazeren
- Wij lazerden.
- Jullie lazerden.
- Zij lazerden.
- Wij lazerden.
- Het woord lazerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
lazeren |
lazerden