• la·te·re

latere

  1. verbogen vorm van de vergrotende trap van laat
    • De Myceense koepelbouwkunst heeft veel invloed gehad op de latere architectuur. 
     De moeder van 11 kinderen had pas op latere leeftijd het wandelen ontdekt.[1]

latere

  1. verbogen vorm van de stellende trap van later
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  


latēre

  1. verborgen zijn
  2. zich schuilhouden
stamtijd
infinitief 1e pers. enk.
ind. praes. act.
1e pers. enk.
ind. perf. act.
supinum
latēre lateo latui eerste vervoeging
volledig