lastigvalt
- Geluid: lastigvalt (hulp, bestand)
- las·tig·valt
vervoeging van |
---|
lastigvallen |
lastigvalt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lastigvallen
- ... dat jij lastigvalt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lastigvallen
- ... dat hij lastigvalt.
- Het woord lastigvalt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.