lamineerde
- Geluid: lamineerde (hulp, bestand)
- la·mi·neer·de
vervoeging van |
---|
lamineren |
lamineerde
- enkelvoud verleden tijd van lamineren
- Ik lamineerde.
- Jij lamineerde.
- Hij, zij, het lamineerde.
- Ik lamineerde.
- Het woord lamineerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.