Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • la·ken·tje

Zelfstandig naamwoord

het lakentjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord laken

Zelfstandig naamwoord

de lakentjemv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord laken