labelt
- la·belt
vervoeging van |
---|
labelen |
labelt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van labelen
- Jij labelt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van labelen
- Hij labelt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van labelen
- Labelt!
- Het woord labelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.