kwinkeleerden
- kwin·ke·leer·den
vervoeging van |
---|
kwinkeleren |
kwinkeleerden
- meervoud verleden tijd van kwinkeleren
- Wij kwinkeleerden.
- Jullie kwinkeleerden.
- Zij kwinkeleerden.
- Wij kwinkeleerden.
- Het woord kwinkeleerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.