Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kwal·ster·de

Werkwoord

vervoeging van
kwalsteren

kwalsterde

  1. enkelvoud verleden tijd van kwalsteren
    • Ik kwalsterde. 
    • Jij kwalsterde. 
    • Hij, zij, het kwalsterde. 

Gangbaarheid