Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kromp

Werkwoord

vervoeging van
krimpen

kromp

  1. enkelvoud verleden tijd van krimpen
    • Ik kromp. 
    • Jij kromp. 
    • Hij, zij, het kromp. 

Gangbaarheid

87 % van de Nederlanders;
76 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be