kriskrast
- kris·krast
vervoeging van |
---|
kriskrassen |
kriskrast
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kriskrassen
- Jij kriskrast.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kriskrassen
- Hij kriskrast.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van kriskrassen
- Kriskrast!
- Het woord kriskrast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.