koelden
- koel·den
vervoeging van |
---|
koelen |
koelden
- meervoud verleden tijd van koelen
- Wij koelden.
- Jullie koelden.
- Zij koelden.
- Wij koelden.
- Het woord koelden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
koelen |
koelden