knoeiden
- knoei·den
vervoeging van |
---|
knoeien |
knoeiden
- meervoud verleden tijd van knoeien
- Wij knoeiden.
- Jullie knoeiden.
- Zij knoeiden.
- Wij knoeiden.
- Het woord knoeiden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
knoeien |
knoeiden