knietje
- knie·tje
het knietje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord knie
- stoot tegen de schaamdelen met een knie
- ▸ En dus komen de kille statistieken weer van stal. Zomaar een cijfer uit Minneapolis: de politie in die stad gebruikt tegen zwarte mensen zeven keer zo vaak geweld als tegen witte. Slechts 20 procent van de bevolking is er zwart, maar 60 procent van de keren dat de politie gewelddadig wordt – nekklemmen, schoppen, knietjes, stroomstoten, noem maar op – is dat tegen een zwarte verdachte.[1]
- Het woord knietje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "knietje" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Weblink bron Haro Kraak“Waarin zit toch de witte angst om over racisme te praten?” (5 juni 2020), de Volkskrant
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be