• klom
vervoeging van
klimmen

klom

  1. enkelvoud verleden tijd van klimmen
    • Ik klom. 
    • Jij klom. 
    • Hij, zij, het klom. 


90 % van de Nederlanders;
86 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be