klom
- klom
vervoeging van |
---|
klimmen |
klom
- enkelvoud verleden tijd van klimmen
- Ik klom.
- Jij klom.
- Hij, zij, het klom.
- Ik klom.
- Het woord klom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "klom" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be