klikten
- klik·ten
vervoeging van |
---|
klikken |
klikten
- meervoud verleden tijd van klikken
- Wij klikten.
- Jullie klikten.
- Zij klikten.
- Wij klikten.
- ▸ Ze klikten niet, ze praatten hun mond nooit voorbij aan de telefoon of in de kroeg, ze lieten zich te voet niet achtervolgen, in dat geval schudden ze de achtervolgers altijd af.[1]
- Het woord klikten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044645149