kitesurfde
- Geluid: kitesurfde (hulp, bestand)
- kite·surf·de
vervoeging van |
---|
kitesurfen |
kitesurfde
- enkelvoud verleden tijd van kitesurfen
- Ik kitesurfde.
- Jij kitesurfde.
- Hij, zij, het kitesurfde.
- Ik kitesurfde.
- Het woord kitesurfde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.