kazerneer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ka·zer·neer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kazerneren |
kazerneer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kazerneren
- Ik kazerneer.
- gebiedende wijs van kazerneren
- Kazerneer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kazerneren
- Kazerneer je?
Gangbaarheid
- Het woord kazerneer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.