Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ka·ri·ka·tu·ri·seer

Werkwoord

vervoeging van
karikaturiseren

karikaturiseer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van karikaturiseren
    • Ik karikaturiseer. 
  2. gebiedende wijs van karikaturiseren
    • Karikaturiseer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van karikaturiseren
    • Karikaturiseer je?