karikaturiseer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ka·ri·ka·tu·ri·seer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
karikaturiseren |
karikaturiseer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van karikaturiseren
- Ik karikaturiseer.
- gebiedende wijs van karikaturiseren
- Karikaturiseer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van karikaturiseren
- Karikaturiseer je?