• ka·rak·te·ri·seert
vervoeging van
karakteriseren

karakteriseert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van karakteriseren
    • Jij karakteriseert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van karakteriseren
    • Hij karakteriseert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van karakteriseren
    • Karakteriseert!