Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kal·fa·ter·den

Werkwoord

vervoeging van
kalfateren

kalfaterden

  1. meervoud verleden tijd van kalfateren
    • Wij kalfaterden. 
    • Jullie kalfaterden. 
    • Zij kalfaterden. 

Gangbaarheid