kakt

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  kakt    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• kakt

Werkwoord

vervoeging van
kakken

kakt

1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kakken
   

   • Jij kakt. 

2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kakken
   

   • Hij kakt. 

3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van kakken
   

   • Kakt! 

Gangbaarheid

• Het woord kakt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.