kaffert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kaf·fert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kafferen |
kaffert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kafferen
- Jij kaffert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kafferen
- Hij kaffert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van kafferen
- Kaffert!
Gangbaarheid
- Het woord kaffert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.