kaardt
- kaardt
vervoeging van |
---|
kaarden |
kaardt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kaarden
- Jij kaardt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kaarden
- Hij kaardt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van kaarden
- Kaardt!
- Het woord kaardt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.