Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • jon·gens

Zelfstandig naamwoord

de jongensmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord jongen
     Midden in de nacht schrok ik wakker doordat de deur met een klap opensloeg. Twee jongens sprongen verschrikt de hut in, een hoop commotie veroorzakend.[1]

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

de jongensmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord jongen


Veluws

Zelfstandig naamwoord

de jongensmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord jongen