jonast
- jo·nast
vervoeging van |
---|
jonassen |
jonast
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van jonassen
- Jij jonast.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van jonassen
- Hij jonast.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van jonassen
- Jonast!
- Het woord jonast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.