• iso·leert
vervoeging van
isoleren

isoleert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van isoleren
    • Jij isoleert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van isoleren
    • Hij isoleert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van isoleren
    • Isoleert!