ioniseer
- io·ni·seer
vervoeging van |
---|
ioniseren |
ioniseer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ioniseren
- Ik ioniseer.
- gebiedende wijs van ioniseren
- Ioniseer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ioniseren
- Ioniseer je?
- Het woord ioniseer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.